Zwangerschap van week tot week

Week 1
Eigenlijk ben je nu nog niet zwanger, maar de zwangerschap telt vanaf de laatste dag van de menstruatie. Tussen deze laatste dag en de daadwerkelijke bevruchting zit ongeveer twee weken. Bij deze manier van tellen duurt de zwangerschap ongeveer veertig weken. Het is goed om zo vroeg mogelijk in de zwangerschap te beginnen met het slikken van foliumzuur. Dit verkleint de kans op een kindje met een open ruggetje en door het slikken van foliumzuur is een miskraam vrijwel uitgesloten.

Week 2
Je toekomstige kindje bestaat nog uit twee helften. Welke zaadcel het eitje gaat bevruchten is nog niet duidelijk. Wanneer een zaadcel door het omhulsel van je eicel dringt, is de bevruchting een feit. De wand van je eicel verandert dan onmiddellijk waardoor andere zaadcellen geen kans meer hebben.

Week 3
In je eierstokken is een eicel gerijpt en deze wordt bevrucht in je eileider. Wanneer je niet zwanger bent, sluit een slijmprop je baarmoeder af ter bescherming. Maar nu is je slijmvlies anders van samenstelling waardoor de zaadcellen door de baarmoederwand naar de eileider kunnen zwemmen. De vrucht gaat zich delen en doet er vijf tot zeven dagen over om zich in de baarmoederwand te nestelen.

Week 4
Je bent nu zwanger! Maar waarschijnlijk merk je hier nog helemaal niets van: je bent nog niet eens ver tijd. Het kan zijn dat de eerste verschijnselen als gespannen borsten en misselijkheid nu langzaam tot uiting komen.

Week 5
Je baby is nu zo groot als een rijstkorrel. Het hart en het centrale zenuwstelsel worden aangelegd. Jouw lichaam verandert en er worden meer hormonen aangemaakt, waardoor je menstruatie uitblijft. Je kunt nu ook een zwangerschapstest doen. Wanneer je in deze periode naar een arts moet (bijvoorbeeld de tandarts), vermeld dan dat je in verwachting bent.

Week 6
Je baby is nu vijf millimeter groot. De kleine stompjes die hij heeft zullen de ledematen worden en de basis voor maag, darmen en longen wordt gelegd. Bovendien gaat aan het eind van deze week het hartje kloppen en start de bloedsomloop. Je kunt nu ook meer last krijgen van zwangerschapskwaaltjes: vermoeidheid, misselijkheid en een menstruatiegevoel in je onderbuik zijn heel normaal.

Week 7
De aanleg van de hersenen en het ruggenmerg is nu bijna voltooid. De stompjes zijn wat meer gegroeid en het begint op een kindje te lijken. Aan het eind van deze week zijn alle organen en spieren ontwikkeld. Deze moeten nog wel groeien en een definitieve plaats in het lichaam krijgen. Met de spieren kan de baby zich vanaf nu bewegen.

Week 8
Je baarmoeder begint te groeien en het is goed mogelijk dat je daardoor last hebt van darm- en maagklachten. Het hoofd van je kindje heeft nu zijn definitieve vorm gekregen, maar is in verhouding met het lichaam erg groot. Aan de zijkant van het hoofd zitten nu ook de oogjes, die nog bedekt zijn met een vlies. De rest van zijn gezichtje begint nu ook vorm te krijgen.

Week 9
Je kindje is nu drie centimeter. De handjes zijn nog heel klein, maar hij kan ze wel al bewegen. Zelf merk je hier nog niks van. De gewrichten ontwikkelen zich en je kindje krijgt nu ellebogen, knieën, heupen en schouders. Je kunt gewoon sporten en vrijen, de kans op een miskraam is klein. Vaak is een miskraam ook een gevolg van een aanlegfout en gebeurt dat niet omdat je niet voorzichtig genoeg bent.

Week 10
Je baby is nu echt een minimensje en lijkt niet meer op een kikkervisje. Ook is hij weer gegroeid: nu is hij ongeveer vier en een halve centimeter. Deze week kan hij bovendien voor het eerst zijn hoofd oprichten. Hoewel je baarmoeder wel groeit, is dat aan de buitenkant nog amper zichtbaar. Het kan wel zo zijn dat gewone broeken al vervelend beginnen te zitten.

Week 11
In deze week wordt het geslacht zichtbaar. Je baby beweegt zich nu goed waardoor hij af en toe tegen de vruchtzak stoot. Ook is je kindje weer een centimeter gegroeid. Je zwangerschapskwalen beginnen af te nemen. Soms merk je in dit stadium helemaal niet dat je zwanger bent.

Week 12
Deze week krijgt je kindje nagels en een reuk- en gehoororgaan. Hij kan zelfs al vuistjes maken van zijn handen. Rond deze week heb je ook de eerste afspraak met de verloskundige. Hier worden een aantal vragen over je thuissituatie gesteld en je bloed en urine wordt onderzocht op onder andere zwangerschapssuiker.

Week 13
Inmiddels groeit je baby zo hard dat hij de baarmoeder omhoog begint te duwen. Dit wordt nu ook voor anderen zichtbaar. Alle organen van je kindje zijn nu gevormd. Hij concentreert zich vanaf nu dan ook op het groeien.

Week 14
Je baby is nu zo’n acht centimeter en beweegt naar hartenlust in het vruchtwater. Het gezichtje is compleet, zijn neusje is ook gegroeid. Je begint nu een buikje te zien en je huid kan veranderen: meer glanzen of juist pukkeliger en vetter worden.

Week 15
Je borsten zullen nu minder gevoelig zijn dan in het begin, al zijn ze wel groter. Omdat de baarmoeder aan vier banden zit, maar nog redelijk los hangt, kun je last krijgen van bandenpijn. Omdat de baarmoeder zwaarder wordt, komt er spanning op de banden te staan die weer trekken aan het buikvlies.

Week 16
Inmiddels is je baby al vijftien centimeter en zal hij steeds harder groeien. Hij oefent de bewegingen zodat hij zelfstandig kan ademen wanneer hij geboren wordt. Waarschijnlijk ga je nu voor de tweede keer naar de verloskundige.

Week 17
Je kindje kan nu zijn ogen opendoen en het verschil tussen licht en donker zien. Hij krijgt nu ook huidsmeer om zichzelf te beschermen tegen de lange periode in het vruchtwater. Wanneer je meer dan één kindje verwacht, verwijst de verloskundige je door naar de gynaecoloog.

Week 18
Je baby gaat nu steeds sneller groeien. Daarom is het verstandig om extra vitamine D te gebruiken. Je kindje kan die vitamine D goed gebruiken om zijn botten te verstevigen. Je kunt je nu ook informeren over verschillende zwangerschapscursussen.

Week 19
Vanaf deze week is het heel goed mogelijk dat je de eerste bewegingen in je buik voelt. De eerste keer zul je het niet als een beweging van de baby herkennen, maar eerder het gevoel hebben dat je darmen rommelen.

Week 20
Je bent nu ongeveer op de helft van je zwangerschap. Omdat de baby nu goed beweegt kun je vanaf nu ook een pretecho laten maken. Deze echo is alleen bedoeld om je naar je kindje te laten kijken. Hij groeit hard: hij is nu ongeveer 25 centimeter.

Week 21
De geslachtsorganen ontwikkelen zich nu snel. Als je een jongetje krijgt, kun je zijn piemeltje zien. Bij een meisje zijn haar eigen eicellen al ontwikkeld en genesteld. Vanaf deze week ga je echt een dikkere buik krijgen.

Week 22
Je baby is nu de helft zo groot als straks bij de geboorte en moet dus nog veel groeien. Jouw lichaam verandert nog steeds en maakt meer bloed aan. De kans op stuwing is hierdoor aanwezig. Dit kun je voorkomen door voldoende te bewegen en niet te lang in dezelfde houding te zitten.

Week 23
Je kunt nu echt contact maken met je baby. Wanneer je korte klopjes op je buik geeft, zul je zien dat hij daar op reageert. Het kan zijn dat je af en toe duizelig bent, dit komt omdat je bloed trager stroomt.

Week 24
Tot nu toe groeide je baby vooral in de lengte en was hij in verhouding vrij mager. Daar gaat nu verandering in komen en hij krijgt meer vet om zijn lijfje. Deze vetlaag zorgt ervoor dat hij gezond ter wereld komt. Zelf voel je je in deze periode over het algemeen goed.

Week 25
Je kindje is zo groot dat hij niet meer vrij in het vruchtwater kan bewegen. Hij kan nog wel alle kanten uit draaien en heeft ook nog geen definitieve positie ingenomen. Hij kan inmiddels ook horen en zich dingen herinneren.

Week 26
Het kan zijn dat je nu last krijgt van harde buiken. Dit zijn nog geen weeën. Je baarmoeder trekt zich samen, waardoor je buik wel een voetbal lijkt. Als je last hebt van meerdere harde buiken in een uur, dan is dat een seintje om het iets rustiger aan te doen.

Week 27
Je partner kan nu ook een band opbouwen met je kindje. Het is nu mogelijk voor hem om het hartje te beluisteren. Ga ontspannen op je rug liggen en laat hem een toiletrol tussen je buik en zijn oor klemmen. Hij mag de toiletrol niet vasthouden, dat geeft extra geluiden waardoor het hartje moeilijker te onderscheiden is.

Week 28
Het skelet van je baby gaat veranderen. Voorheen bestond dit alleen uit kraakbeen, nu gaat dat kraakbeen zich verbenen waardoor de botten sterker worden. Je kindje weegt nu ruim een kilo. Als je je verlof nog niet hebt geregeld, moet je dat nu snel doen.

Week 29
Vanaf nu is je baby levensvatbaar. Zijn huidje is mooi roze door het onderliggende vetlaagje. Zelf kun je last hebben van bloedend tandvlees. Veel stellen merken in deze periode dat ze langzaam uit elkaar groeien. Probeer daarom ook dingen samen te ondernemen.

Week 30
Je baby is flink gegroeid en zo rond de veertig centimeter. Bovendien weegt hij al 1500 gram. Als je baby te groot is voor zijn leeftijd is er kans op zwangerschapssuiker. Jouw bloedsuikerspiegel is dan te hoog waardoor je de baby vetmest. Het is ook verstandig je eens over een geboortekaartje te buigen.

Week 31
Je baby kan nu bijna niet meer bewegen, toch geeft hij nog steeds schopjes en duwtjes. Voel je dit bijna niet meer? Bel dan je verloskundige, die kan zien of de baby het goed maakt. Vanaf deze week kan hij ook indalen waarmee hij zijn definitieve positie inneemt. Jij merkt dit door een steek in de vagina of kortdurende weeën.

Week 32
Je partner kan je kindje nu ook steeds beter voelen. Wanneer je een bobbel in je buik hebt kan dat zomaar een handje of voetje zijn. Je kindje kan ook de hik hebben. Wanneer dit zo is, voel je met enige regelmaat een tik in je buik die een tijdje kan aanhouden.

Week 33
Je hoeft nog maar even en dan kun je met verlof. Het kan zijn dat je het deze laatste weken extra zwaar hebt. Ook slaapproblemen zijn niet ongewoon in dit stadium van je zwangerschap. Zorg in ieder geval dat je voldoende rust krijgt.

Week 34
Nog maar een paar weken en dan kun je eindelijk je baby in je armen houden. Vaak komt rond deze tijd de kraamverzorgster langs om afspraken te maken over de kraamperiode. Je kunt nu ook extra vocht vasthouden en daardoor dikke voeten krijgen. Een kussentje onder je benen helpt daartegen.

Week 35
Je kindje doet nu af en toe zijn ogen open en dicht. Hij kan alleen nog niet zelfstandig leven buiten de baarmoeder. Als je in deze week bevalt, moet je kindje de couveuse in. Als je kindje in dit stadium in en dwarsligging ligt wordt naar de oorzaak gezocht. Als hij niet gedraaid kan worden moet hij via een keizersnede geboren worden.

Week 36
Je moet vanaf nu elke week naar de verloskundige. Waarschijnlijk moet je extra vaak naar het toilet en door alle hormonen kan het zijn dat je je anders voelt dan normaal. Als je vliezen breken terwijl je kindje nog niet ingedaald is moet je meteen gaan liggen. Zo voorkom je dat de navelstreng naar beneden zakt en vast komt te zitten tussen je bekken. Wanneer je kindje wel is ingedaald is er niets aan de hand en kun je gewoon je bezigheden voortzetten.

Week 37 en 38
Wil je thuis bevallen? Vanaf week 37 kan dat. De uitgerekende periode is pas over drie weken, maar deze periode duurt eigenlijk vijf weken. Houd in deze weken je koffertje voor de bevalling bij de hand. Je gewicht neemt deze laatste weken bijna niet meer toe en je baby groeit niet veel meer.

Week 39
Je kindje heeft tijd genoeg gehad om te wennen aan jullie stemmen en zal niet verbaasd op zijn ouders reageren. Als hij na de geboorte op je buik wordt gelegd, komt hij meteen tot rust. Hij voelt zich vertrouwd door jouw geur, warmte en hartslag die hij al die maanden heeft gehoord. Zorg ervoor dat je partner altijd bereikbaar is, het kan nu elke dag raak zijn!

Week 40
Je baby kan weinig meer in je buik en zal weinig bewegen, omdat hij bijna geen ruimte meer heeft. De bevalling begint meestal met het breken van de vliezen. Als het vruchtwater groen is, heeft je baby gepoept en kan het zijn dat hij het benauwd heeft. Je moet dan sowieso in het ziekenhuis bevallen. Na het breken van de vliezen volgen de weeën snel en zal je baby binnen enkele uren ter wereld komen.