En dan is het zover: de bevalling! Gelukkig ben je goed voorbereid door je verloskundige en andere betrokkenen. Op dit moment draait alles om jou en je baby en wordt de tijd genomen om jou zo goed mogelijk te ondersteunen tijdens de bevalling.

Wanneer begint de bevalling?
Zeker als het gaat om je eerste kindje, kun je je afvragen wanneer de bevalling precies begint. In het geval van je eerste kindje kan het zijn dat je bij het kleinste signaal de verloskundige erbij wilt hebben. Toch kan het vanaf dan nog uren of zelfs dagen duren voordat de baby daadwerkelijk geboren wordt. Twijfel je of de bevalling begonnen is kun je altijd de persoon bellen bij wie je onder controle bent. Deze kan je geruststellen en je vertellen of de bevalling begonnen is, of het loos alarm is en wanneer hij/zij bij je komt kijken. Ook kan zij je vertellen welke stappen je nu moet ondernemen of dat je nog even moet wachten.

Voorbereiding op de bevalling
Wanneer je in de 36ste week begint met bevallen, is dit een premature bevalling. Je kindje is dan nog niet helemaal klaar om geboren te worden. Dit betekent dat je in het ziekenhuis moet bevallen. Tot de 42ste week is de placenta nog goed in staat om je kindje van voldoende voedingsstoffen te voorzien. Wanneer je na deze week nog niet bevallen bent word je overgedragen aan de gynaecoloog. Hij bepaalt hoe vaak je nu op controle moet en wanneer de bevalling wordt ingeleid. De dag dat je wordt ingeleid is niet altijd de dag waarop je kindje geboren wordt. Dit hangt af van een aantal factoren, onder andere van de rijpheid van je baarmoedermond en de conditie van je kindje. Als je baarmoedermond nog niet rijp is, moet deze eerst met gel behandeld worden. Anders is het niet mogelijk om ontsluiting te krijgen. Dit proces kan een paar dagen duren. In de tussentijd wordt de conditie van je kindje goed in de gaten gehouden. Mocht hij achteruit gaan, dan wordt er eerder ingegrepen.

Breken van de vliezen
Als je vruchtwater verliest zijn je vliezen gebroken. Dit kan op elk moment van de dag gebeuren. Het vruchtwater is helder van kleur met wat witte vlokjes erin. Dit is huidsmeer van je baby.

De weeën
Je baarmoeder is eigenlijk een grote spier. Af en toe trekt deze samen. Wanneer dit gebeurt tijdens de zwangerschap ervaar je dit als een harde buik. Als je 37 weken zwanger bent, zul je hier meer last van krijgen. In dit stadium zijn dit voorweeën, ook wel oefenweeën genoemd. Deze weeën kunnen redelijk pijnlijk zijn en soms enkele uren aanhouden. Op deze manier wordt de baarmoedermond weker en dunner gemaakt, zodat je makkelijker ontsluiting krijgt als de echte weeën beginnen.

Ontsluitingsweeën
Als de voorweeën steeds regelmatiger en in een sneller tempo terugkeren is de kans groot dat je nu ontsluitingsweeën hebt. Ook voelen de weeën nu heftiger aan en duren ze langer. De pijn is in eerste instantie te herkennen door een pijn in de onderbuik die naar je navel of onderrug trekt. Naarmate de uren vorderen worden de weeën steeds pijnlijker. Deze weeën zorgen voor de verweking en verstrijking van de baarmoedermond. Wanneer je heel regelmatig weeën krijgt, zo om de drie minuten, die een minuut duren, dan is de ontsluiting goed op gang. Deze weeën moet je weg puffen. Via verschil- lende cursussen kun je hier technieken voor leren. Zoek voor jezelf een prettige houding om de weeën op te vangen.

Persweeën
Op een gegeven moment gaat je lichaam het hormoon endorfine aanmaken. Hierdoor kun je de pijn beter aan. Voor elke vrouw is het verschillend hoe lang de ontsluiting duurt. Gaat het om je eerste kindje? Dan kun je er een beetje vanuit gaan dat je een centimeter ontsluiting per uur hebt. Bij een later kindje gaat dit meestal sneller. Als de ontsluiting volledig is krijg je persdrang. Je kunt de weeën dan niet langer opvangen door ze weg te puffen. De verloskundige helpt je nu om zo goed mogelijk te persen en je kindje ter wereld te brengen.