De meeste baby’s tussen de zes en twaalf maanden zij n druk bezig met zich omdraaien, optrekken om te staan, zitten en kruipen. Ieder kind ontwikkelt zich in zij n eigen tempo. Is je baby wat trager, dan is hij misschien verbaal weer wat sneller. Baby’s onderling vergelijken heeft dus weinig zin.
Kruipen is een belangrijke fase voor je kind: hij leert links en rechts beter te coördineren, het stimuleert zijn evenwicht en hij leert op kruiphoogte de wereld te verkennen. Stimuleer je baby om te kruipen, tijger met hem mee en ontdek waar je allemaal onderdoor of bovenlangs kunt kruipen. Je ziet zo ook direct de gevaarlijke snoeren, stopcontacten, tafelkleden, pennendoppen, papierpropjes of de etensbak van de hond. Maak je huis nu vooral babyveilig. Ze zijn razendsnel de trap op of de deur uit. Er zijn echter ook baby’s die liever bij je in de buurt blijven en het op een huilen zetten als je wegloopt.
Scheidingsangst
Zo rond de acht tot negen maanden krijgen baby’s last van scheidingsangst. Een mijlpaal in hun ontwikkeling. Het betekent dat je baby nu goed onderscheid kan maken tussen zijn vertrouwde mama of papa en een ander. De scheidingsangst gaat over als baby’s in de gaten krijgen dat iets wat je niet ziet, toch blijft bestaan. Kiekeboe- en verstopspelletjes helpen hem om over deze scheidingsangst heen te komen. Verlaat je de kamer, blijf dan contact houden, roep zijn naam of steek even je hoofd om het hoekje van de deur. Een duwkar met een zak aardappelen erin, geeft je kind voldoende steun om zich op te trekken en er achteraan te lopen. Schuif nu ook je meubels wat dichterbij elkaar, dan kan je kind veilig lopend ‘oversteken’. In deze fase van kruipen, staan en lopen, word je kind steeds onafhankelijker van jou. Zonder jouw hulp kan hij laatjes openen, blokken stapelen en lichtknopjes aan en uit doen. Ze ontdekken dat ze zelf iets in beweging kunnen zetten, een eigen wil hebben en ze ontwikkelen een steeds duidelijker besef dat ze los van papa en mama een eigen persoontje zijn. Was je kind altijd een rustige baby, dan kun je nu soms schrikken van zijn woede-uitvallen. Plotseling laat hij zich krijsend op de grond zakken, omdat hij iets niet mag vasthouden of pakken. Het beste kun je zijn wens onder woorden brengen, dat lucht vaak enorm op. Je kind voelt zich dan gehoord en begrepen. Maak ook gebruik van de kracht van verrassingen. “Wat is dat nou”, je slaat je hand voor je mond en je wijst naar een boekje. Zo’n afleidingstruc helpt je door deze lastige periode, waarin je kind nog niet zoveel woorden tot zijn beschikking heeft, heen te komen.