De geestelijke ontwikkeling van je kind komt al in de eerste weken van zijn leven tot uiting. In die eerste levensfase kun je het vooral herkennen aan zijn mimiek. Als je in het gezichtsveld van je baby komt, is de aandacht die hij hier op vestigt in het begin maar heel kort. Hoe ouder hij wordt, hoe aandachtiger hij je gaat aankijken. Na een paar weken gaat hij ook naar je lachen; eerst vluchtig en vervolgens steeds uitgebreider.

Drie maanden
Na drie maanden kan je kindje van links naar rechts kijken en volgt hij zonder problemen voorwerpen of mensen in zijn directe omgeving. Hij bestudeert nu ook heel aandachtig zijn handen en begint geluidjes te maken tegen mensen die hij herkent.

Vier tot zes maanden
Als je kindje tussen de vier en zes maanden oud is, gaat hij steeds doelbewustere bewegingen maken om een reactie uit te lokken. Hij leert nu langzaam oorzaak en gevolg. Als hij tegen een speeltje slaat, maakt het lawaai of rolt het weg. Dat onthoudt hij en dat verklaart waarom hij dit soort dingen steeds vaker gaat doen. Nu je kindje wat ouder wordt gaat hij zich ook realiseren dat dingen en personen weer terug kunnen komen. Eerder was het zo dat wanneer hij iets niet meer zag, het ook niet meer in zijn gedachten zat.

Tien maanden
Als je kindje rond de tien maanden oud is, kan hij ook voorwerpen zoeken die hij onder een dekentje of iets dergelijks heeft zien verstoppen. Met deze ontwikkeling komt het inzicht dat spullen niet meteen weg zijn als je ze niet meer ziet. Het keerpunt hiervan is dat je kindje kan gaan huilen als jij als ouder niet meer in het zicht bent. Voor hun eerste half jaar maakt dit ze nog niet uit. Wanneer je kindje tien maanden oud is, is er nog een andere mijlpaal: hij kan simpele imitatiespelletjes doen. Bijvoorbeeld in zijn handen klappen of zwaaien.

Taalontwikkeling
Langzaam begint je kind ook te brabbelen. De woorden zijn nog niet verstaanbaar. Tijdens het spelen gaat hij ook steeds meer brabbelen. Vanaf dat moment gaat de taalontwikkeling snel vooruit. Je kunt dit stimuleren door in plaatjesboeken steeds de dingen te benoemen. Zo leert je kind dat een naam bij een bepaald onderwerp hoort. Als hij het probeert na te zeggen, prijs hem dan en zeg het hem nog eens voor.