Ieder kindje krijgt zijn eerste hapje op een ander moment in zijn jonge leventje. Dit ligt zo ongeveer tussen de vier en zes maanden, waarop de automatische tongreflex (deze zorgt ervoor dat je baby alles uitspuugt wat hij in zijn mond krijgt) stopt.
Vanaf vier maanden: lekker zacht
Het moment dat je baby de eerste keer ‘echt’ eten krijgt, is een hele mijlpaal in jullie leven. Start met het eerste hapje als je kindje het signaal geeft dat hij hier klaar voor is. Begin met groente en eenvoudige smaken en verwerk deze in een ultrazachte puree.
Vanaf vijf maanden: nieuwe smaken
Je kunt nu puree maken met een iets dikkere structuur, maar zorg er wel voor dat het nog steeds zacht is. Je hoeft niet alle ingrediënten te zeven, alleen die met een schil of pitten. Geef je baby ook eens nieuwe smaken zoals rode linzen, avocado en papaja.
Van zes tot negen maanden: steeds steviger
In deze fase kun je je baby puree of prakjes geven. Ga verder met steviger voedsel als je baby er klaar voor is. Geef je baby in de achtste of negende maand het eerste voedsel dat hij met zijn handjes kan eten, zoals gekookte broccoli, bloemkoolroosjes of gekookte wortel.
Van negen tot twaalf maanden: zelf eten
In deze periode kun je je kindje veel verschillende grof gestampte of gehakte gerechten geven en ook voedsel dat hij met zijn vingertjes kan eten. Hierbij kun je denken aan gekookte of rauwe groentes, fruit of stukjes brood en ei. Het wordt dan al een echte maaltijd!
Tip; Porties invriezen
Door grotere hoeveelheden puree te maken en porties in te vriezen, bespaar je veel tijd. Het is namelijk erg makkelijk je geprakte hapje in te vriezen en die porties later mee te meenemen. Steriliseer hiervoor een ijsblokjes bakje en verdeel de rest van de puree over de vakjes. Wanneer de pureeblokjes bevroren zijn kun je ze uit het bakje wippen en verder in een diepvrieszakje bewaren, voorzien van etiket met datum en soort eten. Bewaar deze niet langer dan zes weken.