Een belangrijke keuze die je moet maken voordat je bevalt, is de manier waarop je je baby gaat voeden. Kies je voor borstvoeding of flesvoeding? We zetten de voor- en nadelen op een rijtje.

Borstvoeding
Deskundigen zullen je meestal aanraden om voor borstvoeding te kiezen. Het is de natuurlijke voedselbron voor een pasgeboren baby. Moedermelk bevat niet alleen alle voedingsstoffen die een baby nodig heeft, maar ook afweerstoffen die je baby beschermen tegen ziekten en infecties. Een nadeel is dat jij de enige bent die je baby kan voeden, wat niet altijd praktisch is.

Voordelen

  • De baby kan zelf bepalen hoeveel moedermelk hij nodig heeft.
  • Bij borstvoeding is de kans op maagdarmstoornissen, luchtweginfecties, terugkerende middenoorontstekingen en allergische aandoeningen kleiner.
  • Borstvoeding geven is ook gezond voor jou. Je hebt minder langdurig bloedverlies na de bevalling, de menstruatie wordt uitgesteld en je bent eerder terug op je oorspronkelijke gewicht. Langdurig borstvoeding geven vermindert de kans op borstkanker (voor de menopauze) en op botontkalking op latere leeftijd.

Nadelen

  • Jij bent de enige die je baby kan voeden, wat niet altijd praktisch is.
  • Door borstvoeding kunnen tepelkloven, stuwing en borstontsteking ontstaan.
  • Wanneer je weer gaat werken, moet je meer organiseren voor de voedingen van je kind.

Flesvoeding
Hoewel borstvoeding volgens velen de beste voeding is voor je baby, kun je ook kiezen voor flesvoeding. Net als borstvoeding heeft dit voor- en nadelen voor jou en je baby.

Voordelen

  • Anderen kunnen jou aflossen met het voeden van de baby.
  • Als je werkt kun je in de ochtend de voedingen voor een hele dag klaarmaken.
  • Er is geen risico op borstvoedingsproblemen als tepelkloven en stuwing.

Nadelen

  • Flesgevoede baby’s kunnen niet zelf bepalen hoeveel ze drinken en zijn vaak wat molliger dan baby’s die borstvoeding krijgen.
  • Je hebt langer bloedverlies na de bevalling omdat er geen natuurlijke samentrekking van de baarmoeder plaatsheeft, zoals bij borstvoeding het geval is.
  • Baby’s die de fles krijgen, drinken vaak gulziger en zullen meer lucht mee krijgen, waardoor ze meer boertjes laten en krampjes kunnen krijgen.

Combinatie
Je hoeft niet per se te kiezen voor borstvoeding of flesvoeding. Je kunt ook borstvoeding geven en een of twee flesjes kunstvoeding op vaste tijdstippen. Begin dan eerst met 100% borstvoeding en pas als die goed op gang is, bijvoorbeeld na drie weken, geef je alleen de middag voeding kunstvoeding met een flesje. De andere voedingen blijf je borstvoeding geven.